De Aduarder monniken
Rond 1100 is in de nabijheid van Aduard
een klooster gesticht, waarvan Klaarkamp de abt was. Dit klooster had turf
nodig. Om het veen uit Drenthe te halen moesten de schippers de rivier met zijn
vele bochten met moeite bevaren. Hoewel de mensen toen nog niet zo gehaast waren
als nu, werd toch al berekend of er vlugger en gemakkelijker gevaren kon worden.
Daarom zou de Hunze verlegd moeten worden, al ging men dan nog niet recht uit,
recht aan. De grote bocht bij Zuidlaren werd buiten gebruik gesteld door een
klein beekje of laat ik zeggen een greppel te verbreden. Deze greppel liep
namelijk eerst over een lengte van 300 meter in oostelijke richting en daarna
verder in zuidelijke richting naar de inmiddels gereed gekomen sluis 'De Knijpe'
in de bredere Hunze. Een 500-tal monniken van het klooster Aduard hebben deze
greppel uitgegraven. Deze monniken hadden hun bivak aan die greppel. Daar het in
feite Friese monniken waren, noemden zij hun nederzetting 'Growa', wat door de
eeuwen heen de naam De Groeve is geworden.
Het zou eigenlijk logischer geweest zijn dat De Groeve de naam Oostlaren
gekregen zou hebben, daar er ook een Zuid-, Noord-, Midden- en Westlaren zijn.
De naam 'Growa' zou niet ontstaan zijn als die monniken daar niet hadden
gebivakkeerd. De monniken moesten natuurlijk ook naar de kerk. Die werd te
Wolfsbarge gebouwd, dicht bij de huidige grens bij De Groeve tussen het
Zuidlaardermeer en de Woldweg, omstreeks 1264.
Die kerkbouw kwam tot stand doordat de eerder genoemde abt Klaarkamp bij het
onderhandelen met diverse 'Marken' over het veen, de eis stelde dat er een
stenen kerk moest komen.
'Marken' waren onverdeelde eigendommen van nog niet in cultuur gebrachte gronden
en wateren. De mede-eigenaren werden markegenoten genoemd. Marken komen voor in
Brabant, Gelderland, Noord-Holland, het Gooi en Drenthe. Die marken zijn zo
ongeveer medio 13e eeuw opgericht. In 1262 waren de monniken reeds zo ver
gevorderd dat het hoogveen bij het huidige Zuidlaarderveen was afgegraven, zodat
die gronden in cultuur konden worden gebracht. Zuidlaarderveen bestaat nu reeds
ruim 700 jaar. Een zwerfkei op de grens van Zuidlaarderveen en Annerveen doet
aan dit 700-jarig bestaan herinneren.
Indien u bij deze zwerfkei het weggetje zou inslaan, komt u over de Hunze en dan
kunt u ook het oude stroomgebied van de Hunze zien, al zullen begroeiingen u het
zicht op de korenmolen in Zuidlaren ontnemen. Het graven van het veen ging
natuurlijk door, waardoor Annerveen, Eexterveen, Gieterveen enz. zijn ontstaan.
De turf ging niet alleen naar het klooster Aduard, maar ook de stad Groningen
had behoefte aan brandstof. Vanuit Groningen ging men dus ook graven, waardoor
de veenkoloniën meer naar het oosten zijn ontstaan via Winschoterdiep,
Kieldiep, Stadskanaal enz.
Bron: Eieendenhof.nl